Ik begeleid goed opgeleide, zelfsturende vrouwen vanaf 30 jaar bij het oplossen van emotionele blokkades, zodat ze volledig uit de verf kunnen komen!

En daarom kan ik zo goed luisteren…

Elke week kom ik wel iemand tegen die van het zure in haar/zijn leven een diamant heeft weten te maken. Zo werd ik enkele weken geleden tijdens Open Coffee Leidsche Rijn voorgesteld aan een vriendelijke vrouw met een warme uitstraling.

We geven elkaar een hand en na enkele minuten gesproken te hebben, bevestig ik wat zij ziet. Namelijk, dat ik een doof linkeroor heb. ‘Ik zie het aan de manier hoe je je hoofd houdt’ glimlacht Jorien. ‘Je houdt af en toe ook je hand achter je rechteroor om beter te kunnen horen. En je kijkt mensen heel direct aan.’ Heel goed gezien!

Jorien coacht mensen met gehoorverlies. Als ervaringsdeskundige gebruikt ze in haar begeleiding haar eigen ervaring met de beperkingen van doofheid. Even lijkt het of we met z’n tweeën zijn op de bijeenkomst, want er is zoveel herkenning dat we blijven praten en de mensen om ons heen even vergeten.

Twee weken later ontmoeten we elkaar in mijn praktijkruimte. Heel fijn om verder door te praten en elkaar als coaches ook beter te leren kennen. Jorien laat me een paar oefeningen zien om de gezichtsspieren te trainen. Want wat je meestal ziet bij iemand die eenzijdig doof is, dat hij/zij naar het horende oor toe praat.

Ik ben vanaf mijn geboorte doof aan mijn linkeroor. Vertel ik aan Jorien. Ik weet dus niet beter, dan dat ik daar niets hoor. Helemaal niets. Zelfs geen ruis. Ik kan in een klein gezelschap prima horen, zolang ik maar in de juiste hoek van de kamer sta en met mijn horende oor naar mijn gesprekspartner. Het enige wat ik wel lastig vind is de richting van het geluid bepalen.

‘Komt die trein nou van links of rechts?… Waar zit die ambulance nou?’ Volgens mij is het best een grappig gezicht om mij te zien zoeken op straat als ik bij naam geroepen word. ‘Hoi Asha !’ Ik draai dan zoekend een heel rondje om mijn as, want ik heb geen idee waar het geluid vandaan komt.

En als je pal naast me staat aan mijn linkerkant, dan hoor ik je helemaal niet! Het lijkt dan net alsof ik je helemaal negeer. Hoe vaak heb ik wel niet moeten horen dat men mij arrogant vond of dat ik kapsones had. Maar … ik hoor dan gewoon echt niets.

Samen lachen Jorien en ik om de vele anekdotes. De mooiste vond ik nog toen een collega van me jaren geleden – toen ik voor de derde keer vroeg wat ze zei – lichtelijk geïrriteerd antwoordde:

‘Ben je doof of zo!’
‘Ja, vanaf mijn geboorte.’ zeg ik kalm.

Even is het stil. Mijn collega kijkt me emotieloos aan en zegt:

‘Momentje… ben zo terug… moet even mijn tong uit mijn mond rukken.’

Lachen omdat je een handicap hebt? Nou, dat niet direct. Het is meer blij zijn om het vermogen te hebben met een beperking om te kunnen gaan. En als ik heel eerlijk ben zie ik me zelf niet als gehandicapt of beperkt. Nee. Ik heb gewoon een doof oor. Het is nu een onderdeeltje van mijn leven.

Vandaag de dag is een handicap hebben meer bespreekbaar. Vroeger werd het een beetje weggestopt. Niet over praten, dan is het er ook niet. Alleen de leraar wist dat ik doof was en dat ik daarom links voor in de klas moest zitten.

Ook heb ik onbewust meegekregen hoe ongewenst mijn doofheid was. Meer voor anderen, dan voor mezelf. Want anderen waren geïrriteerd, wanneer ik iets niet hoorde. Als kind en tiener werd ik vaak als raar en afwezig bestempeld, omdat ik toen niet durfde te zeggen dat ik iets niet gehoord of verstaan had. En daardoor de conversatie niet kon volgen en ook geen betrokken reactie kon geven op een verhaal.

En dan maar niet te spreken van de vele gebedsgenezingsdiensten, die mijn ouders met mij afliepen om van die doofheid af te komen. En waar ik maar steeds werd ‘overgeslagen’. Want iedereen om me heen genas wel, … maar ik niet. Kan je je voorstellen hoe vreselijk teleurgesteld mijn ouders en ik waren? En hoe afgewezen ik me steeds voelde?

Wat ik er heel erg aan vond was de reactie van de volwassenen. ‘Je geloof is niet groot genoeg’, ‘Er is vast nog zonde in je leven’, ‘Het wordt eens tijd dat je voor anderen gaat bidden’…. Heel pijnlijk. Heel hard. Totaal niet liefdevol. Zeker niet voor een kind. Alhoewel ik geloof dat deze mensen het oprecht bedoelden.

Dus op een dag vond ik het genoeg en besloot ik mijn doofheid helemaal te accepteren. Het verlangen om genezen te worden los te laten en verder te gaan met mijn leven. Dat bracht een hele korte periode van rouw teweeg, vanwege het besef dat dit het is. Dat het nooit zal genezen, want ik houd me daar niet meer mee bezig. Ik heb mezelf volledig omarmd mét dat dove oor. Met die beperking. Met die handicap. En dat was een bevrijdende ervaring.

Eenzijdig doof zijn heeft ook zijn voordelen. Als ik op mijn rechteroor lig, hoor ik helemaal niets en kan ik lekker in slaap vallen. Ik heb alle aandacht voor iemand die mij belt. Ik lees lichaamstaal en iemands ogen. Dus…ondanks ik niet alles hoor, kan ik heel goed luisteren!

Jorien kan dat ook. Ze heeft het haar missie gemaakt andere mensen met gehoorverlies door dat rouwproces heen te helpen. En ze sterk te maken in hoe ze het beste uit zichzelf kunnen halen mét die beperking. Ze zette het zure in haar leven om in een diamant.

Spelen er zaken in je leven die jij als zuur ervaart? Ervaar jij beperkingen in je leven? Hoe voelt dat voor je? En wat zou je kunnen doen om er een diamant van te maken?

P.S. Ben je of ken je iemand die kampt met gehoorverlies? Dan kan ik je Jorien Kortenoever zeker aanbevelen. Haar website is www.hoor-es.nl. Daar vind je alle informatie.


Wil je een e-mailtje ontvangen zodra ik een nieuw artikel plaats?


©2024 Praktijk "Zijn wie je bent"